Inleiding
Dit document geeft richtlijnen voor de manier waarop het golfspel gespeeld behoort te worden, zodat iedere speler ten volle van het spel kan genieten.
Het voornaamste uitgangspunt is dat altijd rekening wordt gehouden met andere spelers op de baan.
De geest van het spel: ”The Spirit of the Game”
Golf wordt bijna altijd zonder scheidsrechter gespeeld. Het spel is gebaseerd op de integriteit van de speler die rekening houdt met andere spelers en volgens de Regels speelt.
Iedere speler, hoe gedreven ook, behoort zich onder alle omstandigheden beheerst, hoffelijk en sportief te gedragen.
Op het einde van de ronde wordt elkaar de hand geschud.
Dat is de geest van het golfspel.
Veiligheid
Spelers moeten opletten dat bij hun slag of oefenswing niemand in de buurt kan worden geraakt door de club, de bal, of door opvliegende stenen, grind, takken en dergelijke.
Spelers mogen pas slaan als de spelers voor hen buiten bereik zijn.
Baanpersoneel heeft altijd voorrang, wacht op een teken dat je mag slaan. Spelers horen altijd het baanpersoneel dat binnen bereikbare afstand werkt, te waarschuwen als zij bij de komende slag gevaar zouden kunnen lopen.
Slaat de speler een bal in een richting die gevaar kan opleveren voor anderen, dan moet die onmiddellijk een waarschuwing schreeuwen. De traditionele roep in deze situaties is: ‘FORE’.
Hoor je zelf dat er ‘FORE’ geroepen wordt, maak je dan zo klein mogelijk en bescherm je hoofd met de handen.
Rekening houden met andere spelers
Aankondigen van de bal waarmee gespeeld wordt Bij de afslag op de eerste hole wordt het merk, nummer en merkteken aangekondigd van de
bal waarmee gaat gespeeld worden.
Telkens een nieuwe bal in het spel gebracht wordt dient dit eveneens te gebeuren (bij een verloren bal, provisionele bal, enz.)
Niet storen of afleiden
Spelers horen altijd rekening te houden met andere spelers op de baan en hen bij hun spel niet te storen door te bewegen, te praten of onnodige geluiden te maken.
Spelers dienen ervoor te zorgen dat elektronische apparaten die zij bij zich hebben op de baan andere spelers niet storen of afleiden.
Een speler hoort zijn bal niet in het afslaggebied op te teeën voordat het zijn beurt is om af te slaan.
Spelers horen niet vlakbij of recht achter de bal te staan, of recht achter de hole, wanneer een speler wil gaan slaan.
Op de putting green
De golftas mag op de putting green gelegd worden, maar dit wordt afgeraden om beschadiging te vermijden; deze wordt beter tussen de putting green en het volgend afslaggebied geplaatst zodat de speler de golftas snel kan nemen bij het verlaten van de putting green om naar het volgend afslaggebied te gaan.
Spelers behoren op de green niet op de speellijn van een andere speler te gaan staan en geen schaduw te veroorzaken op diens speellijn terwijl deze putt.
Bij het bewaken van de vlag hoort een speler of caddie op voldoende afstand van de hole te staan om de hole niet te beschadigen.
De bewaker van de vlag hoort ervoor te zorgen de lip van de hole niet te beschadigen.
Als de vlag werd verwijderd zet de speler die het eerst heeft uitgeholed na afloop de vlag terug correct in de hole.
De bal dient met de nodige zorg uit de hole verwijderd te worden. Hierbij wordt NIET gebruik gemaakt van het clubhoofd van de putter!
Spelers behoren op of bij de putting green te blijven totdat alle spelers van de groep hebben uitgeholed.
Als alle spelers de hole hebben beëindigd dienen ze de putting green zo snel mogelijk te verlaten en naar het afslaggebied van de volgende hole te gaan.
Score noteren
Een speler die bij strokeplay als marker optreedt, hoort op weg naar het volgend afslaggebied de score met de betreffende speler zo nodig te verifiëren en te noteren.
Speeltempo
Vlot speeltempo en aansluiten
Spelers horen in een vlot tempo te spelen. De Commissie mag richtlijnen voor het speeltempo vastleggen waaraan alle spelers zich moeten houden.
Het is de verantwoordelijkheid van een groep om aansluiting te houden met de groep voor hen.
Als zij een volledige hole afstand verliezen en de groep achter hen ophouden, horen zij die groep door te laten, ongeacht het aantal spelers in die groep. Als het duidelijk is dat de achteropkomende groep sneller kan spelen, hoort een groep, zelfs als deze geen hole afstand heeft verloren, die groep door te laten.
Als je een groep doorlaat, zet dan je tas aan de kant van de fairway. Hervat het spel pas nadat de doorgelaten groep buiten bereik is.
Word je zelf doorgelaten, bedank dan de spelers die je hebben doorgelaten.
Klaar staan om te spelen
Zorg ervoor dat je minstens vijf minuten voor je afslagtijd op je starthole bent.
Spelers behoren klaar te staan om te spelen zodra het hun beurt is om te spelen. Bij het spel op en rond de putting green worden de tassen en karren zo geplaatst dat men snel van de putting green naar het volgende afslaggebied kan gaan. Wanneer een hole is uitgespeeld, horen de spelers de putting green onmiddellijk te verlaten.
Bal verloren
Als een speler meent dat diens bal verloren zou kunnen zijn buiten een strafgebied of misschien buiten de baan ligt, hoort die, om tijd te sparen, een provisionele bal te spelen.
Spelers die naar een bal zoeken horen, zodra het duidelijk wordt dat de bal niet gemakkelijk te vinden is, de spelers in de groep achter hen een teken te geven dat zij doorgelaten worden. Zij dienen niet eerst drie minuten te zoeken voordat ze dit doen. Als de groep eenmaal is doorgelaten, mogen zij zelf pas doorspelen als die groep voorbij en buiten bereik is.
Voorrang op de baan
Voorrang op de baan wordt bepaald door het speeltempo van een groep, tenzij de Commissie anders heeft bepaald. Een groep die een volle ronde speelt, heeft het recht een groep die een kortere ronde speelt voorbij te gaan. Het begrip ‘groep’ omvat ook een speler alleen.
Zorg voor de baan
Bunkers
Voordat een speler een bunker verlaat, hoort die alle door de speler zelf en door anderen gemaakte gaten en voetstappen in de buurt zorgvuldig op te vullen en vlak te maken. Als er een hark in de buurt van de bunker ligt, hoort deze hiervoor gebruikt te worden en bjj het verlaten van de bunker de hark terugplaatsen in de bunker.

Divots terugleggen en beschadiging door ballen en schoenen herstellen
Spelers horen overal op de baan (behalve op het afslaggebied) elk gat van een uitgeslagen divot zorgvuldig te herstellen.
Op de putting green dient elke door een bal veroorzaakte beschadiging (ongeacht of die door de speler zelf is veroorzaakt) zorgvuldig hersteld te worden. Beschadiging door golfschoenen, oude hole plugs, en dergelijke mogen ook hersteld worden.
Spelers horen altijd hun pitchfork op zak te hebben.
Onnodige schade voorkomen
Spelers behoren schade aan de baan te voorkomen door geen divots uit te slaan met een oefenswing of door het clubhoofd in de grond te slaan, of dat nu uit woede of om andere redenen gebeurt. Het doen van oefenswings in het afslaggebied dient vermeden te worden.
Spelers behoren ervoor te zorgen dat de putting green niet wordt beschadigd als zij hun tas of de vlaggenstok neerleggen. Laat de vlag nooit vallen op de putting green.
Om schade aan de hole te vermijden, behoren de spelers en hun caddies niet te dicht bij de hole te gaan staan en voorzichtig te werk te gaan als zij de vlaggenstok hanteren of de bal uit de hole halen. De bal behoort niet met het clubhoofd uit de hole gehaald te worden.
Spelers horen op de putting green niet op hun putter te leunen, zeker niet als ze de bal uit de hole halen.
Spelers behoren niet met hun golfkar op de voorgreen of tussen de putting green en bunkers te rijden.
De vlaggenstok dient zorgvuldig in de hole te worden teruggezet voordat de spelers de putting green verlaten.
Plaatselijke aanwijzingen voor het rijden met golfkarren moeten strikt worden opgevolgd.
Verplaatste paaltjes uit strafgebieden dienen te worden teruggeplaatst. 
Tot besluit; strafmaatregelen
Als de spelers de aangegeven richtlijnen opvolgen, maakt dat het golfspel voor iedereen veel plezieriger.
De Commissie wordt aanbevolen gepaste disciplinaire maatregelen te treffen tegen een speler die deze richtlijnen stelselmatig gedurende een ronde of over een langere periode naast zich neerlegt en daardoor anderen benadeelt. Dergelijke maatregelen kunnen bijvoorbeeld ontzegging inhouden van toegang tot de baan voor een bepaalde periode of uitsluiting van een aantal wedstrijden.
Deze maatregelen kunnen opgenomen zijn in de gedragscode van de club waar je speelt.
(Raadpleeg hiervoor de gedragscode van de betreffende club)
Dit wordt gerechtvaardigd geacht in het belang van de meerderheid van de spelers die wel volgens deze richtlijnen willen spelen.
Als er sprake is van een ernstige overtreding van de Gedragscode kan de Commissie de speler diskwalificeren volgens Regel 1.2